zaterdag 11 september 2010

Glucosestroop

Glucose, in de volksmond ook wel druivensuiker genoemd, is een monosacharide oftewel een simpel koolhydraat. De natuurlijke vorm (D-glucose) staat, voornamelijk in de levensmiddelenindustrie, bekend als dex- trose en is één van de belangrijkste brand- stoffen van het lichaam. Glucose kan direct uit de dunne darm in het bloed worden op- genomen, wat met grotere koolhydraten als maltodextrines (enkele aan elkaar gekoppelde glucosemolekulen) en polysachariden (zetmeel) dus niet lukt. Die moeten eerst door enzymen worden afgebroken tot monosachariden.

Glucose wordt door planten tijdens de fotosynthese gemaakt en opgeslagen als zetmeel (even terug naar de biologielessen van de middelbare school..) en mensen kunnen glucose verkrijgen door hydrolyse van zetmeel. Daarvoor kan elke soort zetmeel worden gebruikt; (meestal) tarwezetmeel, maar ook maïszetmeel, aard- appelzetmeel, etc. Een suspensie van zetmeel wordt met verdund (kool)zuur onder druk verhit, waarna via dextrine glucose ont- staat. Het zuur wordt vervolgens met loog geneutraliseerd, terwijl de verkregen vloeistof tot glucosestroop wordt ingedampt.

Glucosestroop is dus een oplossing van (40 tot 80%) glucose en maltodextrines (meestal maltose) in water. Glucosestroop is goedkoper én minder zoet dan suiker, maar is véél makkelijker in gebruik bij de productie van levensmiddelen. Suiker (tafelsuiker) is namelijk sacharose, de verbinding van α-glucose met fructose en wordt bijvoorbeeld gewonnen uit suikerbieten. Zélf thuis glucosestroop maken, kan door één deel druivensuiker met een gelijk deel water in een pan met dikke bodem op middelhoog vuur tot stroopdikte in te laten koken.

Glucosestroop wordt als ingrediënt véélvuldig (in de fabriek) toegevoegd: in suikergoed en snoep, chocolade- bereidingen, instant soepen sauzen en maaltijden, (graan)repen, crackers, mayonaise, koffie, frisdrank...
De consistentie voorkomt de kristallisatie van suikers en de stroop houdt het product relatief vochtig (zodat het niet uitdroogt). De energie uit glucosestroop is zeer goed verteerbaar en bevat geen eiwitten en vrijwel geen fosfaten. In toenemende mate verliest glucosestroop echter aan populariteit omdat bij consumenten meer en meer de indruk bestaat dat de stof slecht zou zijn voor de gezondheid (en de lijn), waarvoor echter (tot nu toe) nauwelijks wetenschappelijke evidentie aanwezig is.
Zoals altijd geldt: "alles met mate".

1 opmerking: